Meldprocedure incidenten

Wat te doen bij een incident?

 

Inleiding

Deze meldprocedure beschrijft hoe binnen vv Zevenhuizen moet worden gehandeld bij situaties waarin sprake is (of vermoedens zijn) van seksueel misbruik of ander ongewenst gedrag. De procedure biedt bescherming aan de melder en degene die naar deze procedure handelen, aan het vermoedelijke slachtoffer en aan degene die beschuldigd wordt. De meldingsprocedure geeft ook een verplichting aan de club om te handelen op deze vastgelegde manier.

De meldingsprocedure heeft betrekking op het contact tussen begeleiders (dat zijn al diegene die in aanraking komen met kinderen/jongeren tot 18 jaar) en spelers/speelsters en op grensoverschrijdende contacten tussen spelers/speelsters onderling. Naast deze meldprocedure, kan melden leiden tot het doen van aangifte wanneer er sprake is van (vermoeden) van één of meerdere strafbare feiten.

Het bestuur is verantwoordelijk om op een zo zorgvuldig mogelijke en objectieve wijze met elke melding om te gaan. Indien nodig zal het bestuur dan ook een beroep doen op in- of externe deskundigen.

Wat is seksueel misbruik c.q. seksuele intimidatie?

De Nederlandse (straf)wetgeving geldt voor iedereen, dus ook voor gebeurtenissen die zich binnen dan wel buiten V.V. Zevenhuizen afspelen. In het Wetboek van Strafrecht stellen diverse wetsartikelen bepaalde seksuele gedragingen strafbar. Deze zijn dan ook binnen V.V. Zevenhuizen van kracht.

Een jeugdlid is aan de zorg en waakzaamheid van vv Zevenhuizen toevertrouwd. Bij vv Zevenhuizen richten wij ons op de preventie van seksueel overschrijdend gedrag. Daaronder vallen ook gedragingen die leiden tot seksueel misbruik. Onder seksueel overschrijdend gedrag wordt door ons verstaan: “elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale, digitale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren; en/of plaatsvindt binnen een ongelijke machtsverhouding (volwassene-kind, hulpverlener-cliënt, trainer-pupil, leiding-jeugdlid, e.d.); en/of andere handelingen of gedragingen van een soortgelijke aard als die strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht”.  

Signaleringtaak (vrijwillige) medewerkers

Alle (vrijwillige) medewerkers hebben een taak in het signaleren van (vermoedens van) seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag. We verwachten dat zij niet alleen de grove vormen serieus nemen, maar ook de zogenaamde ‘mildere’ grensoverschrijdende gedragingen. Deze komen het meest voor en zijn vaak een signaal voor een situatie waarin ernstigere vormen meer kans kunnen krijgen. Wanneer mildere vormen van grensoverschrijdend gedrag worden gesignaleerd, verwachten wij dat eenieder daar de betreffende perso(o)n(en) daarop aanspreekt en corrigerend optreedt.

Meldplicht bij (vermoedens/signalen) van seksueel misbruik

Iedereen die seksueel misbruik vermoedt, of erover hoort, is verplicht dit te belden bij een bestuurslid, coördinator of vertrouwenspersoon. Wanneer wordt getwijfeld over de ernst of het terecht zijn van een vermoeden, geldt een consultatieplicht bij de vertrouwenspersoon die je om advies kunt vragen. Indien er (vermoedens van) seksueel misbruik direct geuit worden bij een coach/trainer/leider/begeleider dan gaat deze niet zelf tot handelen over, maar schakelt een vertrouwenspersoon of het bestuur in.

De meldplicht overstijgt alle andere belangen die van het geding zouden kunnen zijn, zoals de wens tot geheimhouding bij het slachtoffer. Het is niet aan de melder om aan waarheidsbevinding te doen, dit kan een eventueel juridisch traject verstoren.

Let wel: een melding is géén beschuldiging! Na een melding wordt zorgvuldig en objectief onderzocht wat er aan de hand is. Het bestuur kan zich desgewenst laten adviseren door (externe) deskundigen over verdere handelwijzen, dit kan zich laten vertalen in:

  • Gesprek met beschuldigde;
  • Informatief gesprek met de politie;
  • Instellen calamiteiten commissie;
  • In gang zetten van meldprocedure
  • Aangifte bij de politie;
  • Voorlopige maatregelen ten aanzien van de vermoedelijke pleger/beschuldigde;
  • Veiligstellen en opvangen van het slachtoffer;
  • Informatie voorziening aan betrokkenen;
  • Verlenen van nazorg.

 

Voorlopig zwijgplicht na een melding

Naast de meldplicht geldt een voorlopige zwijgplicht voor het bestuur, de melder en anderen binnen V.V. Zevenhuizen ten opzichte van derden. Vanzelfsprekend kunnen deze betrokkenen zich wel uiten bij een vertrouwenspersoon.

Een voorlopige zwijgplicht is nodig opdat er niet meer personen bij een zaak worden betrokken dan – voor een zorgvuldige behandeling – noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat geruchten ontstaan en iemand al bij voorbaat als ‘schuldig’ wordt bestempeld. De zwijgplicht is ook belangrijk om te zorgen dat een eventuele strafrechtelijke procedure niet wordt belemmerd.


Hoe te handelen bij vermoedens of feiten rond seksuele intimidatie?

Er zijn vele signalen die op seksuele intimidatie kunnen duiden, maar het belangrijkste signaal is misschien wel: “ik heb het gevoel dat er iets niet klopt”. Ga het volgende na en probeer alleen feiten te benoemen:

  • Wanneer begon de ongerustheid? Waardoor?
  • Wat is er precies gebeurd?
  • Om welke signalen gaat het? Wanneer doen ze zich voor?
  • Zijn er geleidelijke of plotselinge gedragsveranderingen?
  • Hoe lang is dit al aan de hand?

Het kan ook zijn dat een (jeugd)lid spontaan vertelt over het (seksuele) intimidatie dan wel grensoverschrijdend gedrag, een ouder zijn/haar zorgen uitspreekt, of dat je het zelf ter plekke constateert. Ook dan is de procedure: melden bij de vertrouwenspersoon en/of het bestuur!